Oppelaar, Jacobus Abrahams |
Geslacht | Man |
Leeftijd | 66 of 67 |
Geboren | 1677 te Zegveld |
Gedoopt | za 1 jan 1678 te Zegveld |
Overleden | 1744 |
Begraven | do 23 apr 1744 te Zegveld |
Beroep | Wearsman in het carspel Zegveld |
|
|
|
|
Notities: |
-Persoon | Jacob volgde Samuel zijn vader Abraham op als chirurgijn en gerechtsbode. Ook nam hij in 1725 de bakkerij van zijn moeder over. Kort daarop stierf Samuel en zette zijn weduwe Fijtje de bakkerij voort. Jacobus was vanaf ongeveer 1720 herbergier en hospes (kastelein) in het gerechtshuis van Zegveld. Daarnaast was hij ook grondeigenaar, waardoor hij zich een belangrijke positie in Zegveld had weten te verwerven. Op 12 augustus 1749 vond ten behoeve van de erven van Jacob Oppelaar en Aafje Vermeij een taxatie plaats o.a. van een herberg met kaatsbaan, schuur en twee bergen. |
| | -Overlijden | Begraven in den kerck, fl. 3,3,0 |
|
Bronnen: | |
-Doop | Zegveld dopen NG, van 1639-1689 | | | -Begrafenis | Zegveld begraven NG, van 1739-1748 |
|