van der Specke, Dirck (de oude)
VaderSpecke, Dirck van der
MoederWaterland, Bartrarde Arnstdr van
  
Broer Willem Dirckszn
Kinderen: (2) Jonge Dirk (8)
Dirk (de oude)
Notities:
-PersoonBezitter van Ter Specke. Werd 4 juli 1378 Leids poorter, met Gheret Heerman als borg, voor 40 pond. Vermeld als schout van Lisse 12 jan.-29 nov. 1394, schepen van Leiden 1394-95, 1395-96, burgemeester 1398-99, kerkmeester van de St. Pieterskerk 1400-1401. Aangesteld tot boter- en kaaskoper in de Friese oorlog 1398. Rentmeester van Kennemerland en Westfriesland sedert 15 september 1403 in de plaats van Bertelmeeus van Raephorst en zolang het deze goeddunkte. Hij verloor in 1410 zijn Leidse poorterschap, daar hij reeds langer dan vijf jaar buiten de stad verbleef, hij zal waarschijnlijk naar Ter Specke zijn teruggekeerd.
Vermeld als veehandelaar 24 aug. 1396, 2 febr. 1402 en 3-24 aug. 1404. Hij pachtte in 1398-99 de Leidse hopaccijns. Hij leende de stad Leiden geld voor de krijgstocht tegen de Friezen (terugontvangen 1398-99). Met Dirk van den Bossche leverde hij 1403-04 kalk aan de St. Pieterskerk.
Zijn huis te Leiden werd 15 juni 1410 voor 275 nobel verkocht, van de opbrengst werd een aantal hoge pandrentes ingelost.
Beleend met 2 morgen te Lisse 24 okt. 1372, verhief dit leen en "die Specken" (9 morgen land) in 1390 met ledige hand; die Specken ontving hij 12 dec. 1400 als onversterfelijk erfleen, tevens werden hem genoemde 2 morgen ten vrij eigen gegeven en kocht hij van de graaf 2 hond land gelegen aan de Horenbrugge en 2 hond land genaamd Butterscamptgen, beide gelegen te Lisse aan het (Haarlemmer)meer.
Dirk kocht 27 febr. 1395 een gedeelte van het veenland tussen Zegwaard en Zevenhuizen dat Floris Gijsbrechtsz. verbeurde, van de graaf.
Voor de aanleg van de nieuwe weg van Leiden naar Oegstgeest (de huidige Steenstraat) moest Dirk in 1395 land afstaan.
Hij stond 12 jan. 1386 borg voor Wendelmoet Gherit Wissenwed., 6 febr. 1395 met Ysbrant van der Laen voor Herman Willemsz. en Willem Symonsz. en in 1398 voor Vranc Poes.

Dirck voerde een familiewapen, dat hij in 1395 omschrijft als: een gekroonde leeuw, met een lambel door de hals.
In 1616 omschrijft zijn afstammeling Pieter Gerritsen van der Speck, deken van het ghilde van de timmerluy, het als: een roden leeuw, blauwe tong en klauwen met een blauw lambel, op geel velt.
Dit is het familiewapen van het geslacht Van Teylingen.
Meestal voerde een bastaardzoon uit een adellijk geslacht hetzelfde wapenschild als zijn vader, maar voorzien van een blauw lambel. De rode leeuw op geel veld is het wapen van de graven van Holland (Dirk III, Willem II, Floris V). Het heeft er dus alle schijn van, dat Van der Speck een nakomeling is van dit grafelijke geslacht. Het is niet na te gaan, welke van de graven zijn (voor)vader is.
Referentie6604
Datumw 12-02-2018