Krukkeland, Albert |
Geslacht | Man |
Leeftijd | ±64 |
Geboren | ± 1750 te Epse (gem. Gorssel) |
Overleden | ma 10 okt 1814 te Deventer |
Begraven | |
Beroep | Timmerman |
|
|
Ondertrouw | za 10 mei 1783 te Schoutambt Colmschate | Huwelijk | (K) do 5 jun 1783 te Deventer |
met | Raaijer, Hermanna |
|
|
Notities: |
-Persoon | In "Tussen Deventer en Epse - 10.000 jaar bewoningsgeschiedenis van het plangebied Epse-Noord" van Francoise Appels (uitgave gem. Deventer) staat:
"Krukkeland maakt deel uit van de cluster boerderijen die aan de doodlopende zijtak van de Dortherweg ligt. De oorspronkelijke boerderij bestond evenals de andere boerderijen uit een driebeukig rechthoekig gebouw waarin woon- en stalgedeelte waren ondergebracht, het zogeheten hallenhuis. (...) Eind negentiende eeuw werd aan de westelijke zijde de woonruimte vergroot, waardoor de vorm van een T-huis ontstond. (...) In het oudste deel van de voorgevel bevinden zich de ingekraste initialen van voormalige boerderijbewoners. Vrijwel zeker behoren ze toe aan Albert en Hermanna Krukkeland die in 1783 als pas getrouwd paar aan hun gezamenlijke toekomst op Krukkelandbegonnen (...) Ten tijde van de verkoop van de geestelijke goederen van Ter Hunnepe in 1811 stond Krukkeland nog steeds bekend als katerstede. Het erf behelsde een huis, schuur en berg. De grond bestond uit bos, hof, bouw- en weideland, tezamen 11 ha groot. Albert Krukkeland was destijds als pachter om staat om het erf te kopen. Zijn oudste zoon Albert trouwde een boerendochter en vertrok naar haar boerderij de Hulle in Lage Weteringen. Hierdoor werd Janna Krukkeland erfgenaam van het bezit. Daar kon ze niet lang van genieten want na een kortstondig huwelijk met Albert Stormink overleed ze in 1845. Met haar stierf deze tak van de familie Krukkeland uit." |
|
|