Karsen, Karsper |
Geslacht | Man |
Leeftijd | 86 |
Geboren | ma 2 apr 1810 te Amsterdam |
Gedoopt | zo 8 apr 1810 te Amsterdam [Nieuwe Kerk] |
Overleden | vr 24 jul 1896 te Biebrich |
Begraven | |
Beroep | Kunstschilder |
|
|
|
|
|
|
|
|
Notities: |
-Persoon | Bij de geboorteakte is Karsper abusievelijk ingeschreven als Karsen, terwijl zijn vader ondertekende met Karssen. In de huwelijksakte wordt de achternaam met een enkele s geschreven, hoewel vader en zoon beiden ondertekenen met een dubbele s. Pas veel later neemt Karsper zelf de schrijfwijze met één s over. Kasparus, zoals hij ook genoemd werd, kreeg zijn eerste lessen van zijn oom George Westenberg en volgde twee jaar een opleiding aan de Amsterdamse Rijksacademie voor beeldende kunsten. Na een aantal jaren als decoratieschilder te hebben gewerkt, specialiseerde hij zich in het stads- en riviergezicht. De steden gaf hij vooral vanaf de buitenkant gezien weer. Zijn stadsgezichten zijn vaak niet ’topografisch correct’; hij gebruikte zijn waarnemingen èn zijn fantasie. Hij behoorde tot de beweging van de tachtigers en het tijdschrift de Nieuwe Gids en was bevriend met kunstenaars als Witsen, Verweij, Toorop, Voerman, Kloos, van Eeden, Veth en Isaäk Israëls. Hij had een groot aantal leerlingen, onder wie zijn zoon Eduard en de schilder Cornelis Springer, die zich ook toelegde op het stadsgezicht In 1948 kreeg A.M. Hammacher de P.C. Hooftprijs in het genre essay voor zijn boek: "Eduard Karsen en zijn vader Kaspar". |
|
Bronnen: | |
-Doop | Gemeentearchief Amsterdam te Amsterdam, Doopboek NK 62 fol 184 |
| | -Huwelijk | Roth: Gemeentearchief Amsterdam te Amsterdam, mf Huwelijken 1835, 1-105 |
|
|